Het woord Namasté kan zowel een woord als een gebaar zijn.
Hoewel het woord Namasté nagenoeg niet rechtstreeks of simpel te vertalen valt, zijn overal ter wereld vertalingen en verklaringen te vinden, zoals: De goddelijke in mij groet de goddelijke in jou, of (Ik) toon eer aan het innerlijke licht in al wat leeft. Veelal wordt de groet Namasté 'mooier' vertaald, bijvoorbeeld in een gedicht of in een vers:
Ik eer die plaats in jou,
waar het hele Universum verblijft
En wanneer ik in die plaats in mij ben
en jij bent in die plaats in jou
bestaat er van ons slechts een.
In het Sanskriet betekent "Namas" 'buiging, eerbiedwaardige begroeting en volgzaamheid of gehoorzaamheid'. Het stamt af van het woord "Nam", welk woord betekenissen in zich draagt als buigen, nederigheid, onderworpenheid en stil worden. Het woord "Te" betekent 'naar u' of 'voor u'.
Met andere woorden: "NamasTe" betekent 'Ik buig voor u'.
De begroeting zelf, het gebaar, wordt in de variaties van de taal van het subcontinent ook wel "namaskaram", "Namaskara" en "Namaskar" genoemd.
Namasté als begroetingsgebaar. Hoewel wij westerlingen gewend zijn elkaar een hand te schudden bij wijze van begroeting, komt dit gebaar in een groot deel van de wereld niet voor. In oost Europa en in Arabische landen wordt men veelal (formeel) omhelsd of op de wangen gekust. In Japan en China zal men licht buigen, met de ogen naar de grond gericht. Een Hawaiiaanse begroeting, "honi" genaamd, bestaat eruit dat men de neusgaten naast die van de te begroeten persoon houdt, alsof men samen de adem deelt. (En adem is leven, soms ook wel Prana of levensenergie genaamd). Voor Hindu('s) is de meest voor de hand liggende begroeting "Namasté", het gestrekt samenvoegen van de handen, ter hoogte van het hart, met het hoofd licht gebogen, terwijl men zegt: "Namasté".
Namasté is dus zowel een gesproken groet, als een gebaren groet. (Oftewel zowel een Mantra als een Mudra. De gebedsachtige houding van de handen is een Mudra genaamd Anjali, afgeleid van het stamwoord Anj, hetgeen betekent aanbidden, eren, vieren of zalven.
Door de beide handen op deze wijze te verenigen, benadrukt men de eenheid van een ogenschijnlijke dualistische kosmos, het samenbrengen van geest en materie, of ook wel het Zelf tot het Zelf brengen. Er wordt wel gezegd dat de rechterhand de hogere natuur voorstelt, of dat wat goddelijk is in ons, terwijl de linkerhand de lagere natuur, het wereldlijke vertegenwoordigt.
Soms wordt Namasté met een groter gevoel van verering geuit door de vingers van de samengevoegde handen naar het voorhoofd te brengen, en daar de plaats van het mystieke Derde Oog aan te raken.
Een derde vorm van het Namasté begroetingsgebaar bestaat eruit de handen compleet boven het hoofd te brengen, een gebaar waarvan beweerd wordt dat het bedoeld is bewustzijn te concentreren in de subtiele ruimte net boven de Kruin Chakra.
Hoewel het woord Namasté nagenoeg niet rechtstreeks of simpel te vertalen valt, zijn overal ter wereld vertalingen en verklaringen te vinden, zoals: De goddelijke in mij groet de goddelijke in jou, of (Ik) toon eer aan het innerlijke licht in al wat leeft. Veelal wordt de groet Namasté 'mooier' vertaald, bijvoorbeeld in een gedicht of in een vers:
Ik eer die plaats in jou,
waar het hele Universum verblijft
En wanneer ik in die plaats in mij ben
en jij bent in die plaats in jou
bestaat er van ons slechts een.
In het Sanskriet betekent "Namas" 'buiging, eerbiedwaardige begroeting en volgzaamheid of gehoorzaamheid'. Het stamt af van het woord "Nam", welk woord betekenissen in zich draagt als buigen, nederigheid, onderworpenheid en stil worden. Het woord "Te" betekent 'naar u' of 'voor u'.
Met andere woorden: "NamasTe" betekent 'Ik buig voor u'.
De begroeting zelf, het gebaar, wordt in de variaties van de taal van het subcontinent ook wel "namaskaram", "Namaskara" en "Namaskar" genoemd.
Namasté als begroetingsgebaar. Hoewel wij westerlingen gewend zijn elkaar een hand te schudden bij wijze van begroeting, komt dit gebaar in een groot deel van de wereld niet voor. In oost Europa en in Arabische landen wordt men veelal (formeel) omhelsd of op de wangen gekust. In Japan en China zal men licht buigen, met de ogen naar de grond gericht. Een Hawaiiaanse begroeting, "honi" genaamd, bestaat eruit dat men de neusgaten naast die van de te begroeten persoon houdt, alsof men samen de adem deelt. (En adem is leven, soms ook wel Prana of levensenergie genaamd). Voor Hindu('s) is de meest voor de hand liggende begroeting "Namasté", het gestrekt samenvoegen van de handen, ter hoogte van het hart, met het hoofd licht gebogen, terwijl men zegt: "Namasté".
Namasté is dus zowel een gesproken groet, als een gebaren groet. (Oftewel zowel een Mantra als een Mudra. De gebedsachtige houding van de handen is een Mudra genaamd Anjali, afgeleid van het stamwoord Anj, hetgeen betekent aanbidden, eren, vieren of zalven.
Door de beide handen op deze wijze te verenigen, benadrukt men de eenheid van een ogenschijnlijke dualistische kosmos, het samenbrengen van geest en materie, of ook wel het Zelf tot het Zelf brengen. Er wordt wel gezegd dat de rechterhand de hogere natuur voorstelt, of dat wat goddelijk is in ons, terwijl de linkerhand de lagere natuur, het wereldlijke vertegenwoordigt.
Soms wordt Namasté met een groter gevoel van verering geuit door de vingers van de samengevoegde handen naar het voorhoofd te brengen, en daar de plaats van het mystieke Derde Oog aan te raken.
Een derde vorm van het Namasté begroetingsgebaar bestaat eruit de handen compleet boven het hoofd te brengen, een gebaar waarvan beweerd wordt dat het bedoeld is bewustzijn te concentreren in de subtiele ruimte net boven de Kruin Chakra.